Puur bankiers jargon of kunnen we er ook iets mee?
Sommige bankiers, zeker vroeger, gebruik(t)en lastige termen om maar vooral gewichtig over te komen. Wij voelen dat het onze taak is om deze woorden te ontdoen van de opsmuk en in gewone mensentaal uit te leggen!
Wat zijn liquide middelen?
Wie “liquide middelen” op Google zoekt vindt een redelijk eenduidige definitie. Beschikbare middelen (activa kant van de balans) die je direct kan aanwenden zonder extra handeling te hoeven verrichten. Dat betekent dus cash of de girale equivalent (positieve banksaldi). Denk dus aan geld in je portemonnee of op je betaalrekening. Spaardeposito’s of crypto tegoeden hoorden dus niet tot liquide middelen. Je moet immers een handeling verrichten om vrijelijk te kunnen beschikken over het geld. Positieve banksaldi in vreemde valuta behoren dan wel weer tot de liquide middelen; hiermee kun je immers direct aankopen mee verrichten. Koop je goud van je dollars dan dalen jouw liquide middelen. Dollars zijn namelijk liquide; maar goud niet.
Liquide klinkt erg als het Engelse woord “liquid” wat vloeibaar betekent en laat vloeibaar nou net een hele goede beschrijving van liquide zijn. Vloeibaar. Liquide middelen kunnen snel alle kanten op vloeien. Je kunt er dus direct actie mee ondernemen, zonder dat je daarvoor iets moet verkopen of verzilveren zoals aandelen of vastgoed. Voorbeelden van liquide middelen zijn:
- Geld dat op de betaalrekening staat
- Geld dat op de spaarrekening staat
Waarom zijn die liquide middelen zo relevant?
Die gewichtige bankier wil graag weten of jij een lening kan terug betalen. De beste manier voor hem om in te schatten of je dat voor elkaar krijgt is kijken naar jouw liquide middelen. Heb je altijd voldoende geld op jouw rekening/in kas dan betekent dat, dat je liquide bent of wel in staat om aan je verplichtingen te voldoen. Het is natuurlijk makkelijker en fijner om iemand geld te lenen die liquide is omdat daarmee de kans dat de lening netjes wordt terugbetaald groter is.
Veel (eigen) vermogen is goed, toch?
Fout! Voor een bankier of een (alternatieve) financier is liquiditeit -in welke mate jij liquide bent- belangrijker dan jouw vermogen. Waarom? Omdat vermogensbestandsdelen van kwaliteit kunnen verschillen. Zo kan je heel veel eigen vermogen hebben maar nog steeds geen cent op je bankrekening hebben. In zo’n geval kunnen de crediteuren niet meer worden betaald en kom je als nog in de problemen. Dat is de reden dat bankiers zich niet blindstaren op vermogen maar vaak kijken naar de liquiditeit.
Hoe weet je of je klant liquide is?
In een ideale situatie kan je meekijken op de bankrekening van een ander. Dan weet je precies hoeveel hij (of zij) te besteden heeft. Nu werkt dat in de praktijk niet zo eenvoudig en zijn er dus gelukkig alternatieven. Elke onderneming in Nederland moet jaarcijfers deponeren bij de Kamer van Koophandel. Afhankelijk van de omvang van een onderneming zijn deze cijfers ook inzichtelijk voor andere. Van tamelijk grote bedrijven kan je dus de balansen downloaden. Op die balans staan altijd de liquide middelen vermeld.
Rekeningoverzicht geeft zekerheid
Nou niet helemaal. Een balans is een momentopname en helaas vaak ook nog eentje van een redelijke tijd geleden (de Kamer van Koophandel geeft je erg veel tijd om cijfers te deponeren). Als op 31-12-2020 een grote som liquide middelen voor handen was bij een onderneming, dan zegt dat niets over de stand van zaken per 15-03-2022.
Wanneer zit je goed met liquide middelen?
Eigenlijk is daar maar één echt goede manier voor. Zorgen dat de liquide middelen op jouw rekening staan! Dat wil dus zeggen zorgen dat je zo snel mogelijk betaalt krijgt voor jouw diensten/werkzaamheden. Factoring is een uitstekende manier om direct betaald te krijgen. Je kunt al op de dag van het versturen van jouw factuur het bedrag binnenkrijgen. Daarmee verkort je het wachten en dus ook het risico dat er iets mis gaat met de betaling. Over al het geld dat bij jou op de rekening staat, loop je geen risico meer. Klinkt als een strak plan toch?